Als er iets dodelijker is voor mijn interesse in games, zelfs méér dan werken, dan zijn het wel de lentekriebels. Werk en gamen kan ik nog wel combineren, maar als de lente in je hoofd zit ga je rare dingen doen. Opeens ben je heel veel buiten en heb je last van je hormonen. Zie daar als columnist maar eens tegenop te boksen!
Zo ben ik hard op weg mijn winterse bleekheid van me af te schudden. Een paar weken hardlopen en fietsen in de zon doen wonderen voor de mannelijke huid, om nog maar te zwijgen over de plezierige momenten met vrienden op het terras. Ik zie er niet alleen een stuk levendiger uit, maar voel me ook zo.
Maar dat interesseert niemand natuurlijk iets, dus tot zover het gedeelte dat ook in de Margriet had kunnen staan. Tijd voor wat contrast, wat duisternis. Als gamer kom je eigenlijk niet om de recente lancering van Mortal Kombat X heen. Toepasselijk genoeg komt deze game het best tot zijn recht in de donkere uurtjes, waarop ik als vanouds mezelf kan verliezen in een geweldige vechtgame.
Mijn voorliefde voor vechtgames begon met Konami’s Yie-Ar Kung Fu op de MSX. Een redelijk brakke game als je het met moderne genregenoten vergelijkt, maar het hele één op één vechten sprak me al op jonge leeftijd aan. Toen Street Fighter II de wereld op zijn kop zette was ik helemaal overstag, en in het kielzog daarvan heb ik natuurlijk ook heel wat tijd met Mortal Kombat doorgebracht.
De eerste twee Mortal Kombat games zijn klassiekers op hun eigen manier, maar de game waar ik me het meest mee vermaakte was Ultimate Mortal Kombat op de Super NES. Meerdere weekenden gingen verloren aan deze game, die ik samen speelde met mijn broers en vrienden. De game miste wellicht de pure kwaliteit van games als Super Street Fighter II Turbo, maar ik heb er altijd enorm van genoten.
Helaas wisten de 3D Mortal Kombats me nooit echt te overtuigen, tot de lancering van Mortal Kombat 9 in ieder geval. Ed Boon en de zijnen hadden de Mortal Kombat ervaring totaal vernieuwd, met aansprekende resultaten. Het bleek ook de ideale basis te zijn voor het nieuwe Mortal Kombat X, een game die me terug doet denken aan de dagen waarin het bloed en de lichaamsdelen je om de oren vlogen.
In deze game heb ik eindelijk iets gevonden dat die vervelende lentekriebels weet te onderdrukken. Vaak speel ik als Quan Chi, de flamboyante necromancer met diepe stem. Hij ziet er uit als de onwaarschijnlijke kruising tussen Hordak uit He-Man en Pim Fortuyn, en alleen al om die reden kan ik hem wel waarderen.
Heerlijk is ook zijn fatality waarin je tegenstander tegen zijn of haar wil een mes inloopt. Aan de ene kant is de fantasie waarmee de makers de fatalities maakten erg puberaal, maar aan de andere kant zal dit altijd ook de aantrekkingskracht van deze games blijven. En wat is er nou fijner dan een onbewuste herinnering aan die rustige tijd waarin je met je vrienden uren kon blijven gamen?
Ik heb in ieder geval weer een beetje balans in mijn vrije tijd. Op de zonnige momenten ben ik buiten en ’s avonds laat speel ik Mortal Kombat. Dat doet een mens goed!