Diablo 1, de klassieke Hack ’n Slash actie RPG van Blizzard is een van de eerste PC games die ik vroeger als broekie met mijn eigen geld had gekocht. Toen ik vorig jaar ontdekte dat er ook een PlayStation 1 versie van deze game bestond, inclusief een 2-Player coop-mode, moest ik deze game hebben! Helaas is de game redelijk zeldzaam en prijzig. Maar ik had enorm veel geluk, ik wist de game te bemachtigen via een onwetende marktplaatsverkoper en had het spel voor slechts een tientje gekocht. Is dat even geluk hebben…
Tristram
Het dorpje Tristram wordt geteisterd door demonische verschijningen, het gerucht gaat zelfs dat de Duivel zelf (Diablo) hier achter zit. De doden herrijzen uit hun graf en mensen verdwijnen ’s nachts uit hun huis. Het is aan jou om dit mysterie van jouw geboorteplaats op te lossen en het kwaad en de plannen van de Lords of Hell te bestrijden. Gelukkig word je door de dorpelingen en de oude zeikstraal Deckerd Cain geholpen. Zij geven je advies, identificeren onbekende voorwerpen voor je zodat ze bruikbaar worden en verkopen zij potions, scrolls en wapens.
In Diablo kun je kiezen uit drie verschillende classes voor jouw character, de Warrior, de Rogue en de Sorcerer. De Warrior is een close combat character die dikke zwaarden en bijlen met een harnas draagt. Met zijn special skill kan hij zelf zijn gear kan repareren, zij het minder efficiënt dan bij de blacksmith in Tristram. De Warrior is aan te raden voor beginners, omdat hij wat taaier is dan de andere classes. De Rogue is een pittige tante met een boog. De Rogue draagt over het algemeen wat lichtere gear en is vooral een ranged character, maar je kunt haar ook op een wijze levelen dat je kunt afwisselen met close combat wapens. De speciale power van de rogue is ‘detect trap’, waarmee je valstrikken kunt detecteren. Als je een kist opent kan je namelijk soms een valstrik aanzetten (bijvoorbeeld een vuurbal of een pijl die uit de muur op je schiet) en dat kun je zo dus voorkomen. De laatste en misschien wel de krachtigste character is de Sorcerer. Uiteraard is dit een expert in spreuken, maar zwak in close combat en kwetsbaar met slechts een kleed aan. De Sorcerer is het moeilijkste om mee te spelen, omdat je steeds moet switchen van spells (wat je met een PS1 controller wel even onder de knie moet krijgen) en op je mana moet letten. Uiteindelijk kan je er wel verwoestend mee spelen als je goed geleveld bent. De Sorcerer heeft als special skill de mogelijkheid om de magische kracht van een staf te herladen zonder daarvoor bij de lokale dorpsheks langs te gaan. Maar vergis je niet, je kunt ook toverstaven en spreuken voor de andere characters gebruiken, als je hun magic power daar tenminste genoeg voor laat groeien. In die zin verschillen de characters eigenlijk alleen van elkaar met hun special skills en begin stats.
Loot in het Labyrinth
Diablo is een van de eerste populaire actie RPG’s die tegenwoordig bestempeld zouden worden als een roguelike game. Het labyrint verandert bij elke nieuwe game van map en zelfs de quests kunnen anders zijn of afwezig zijn bij elke nieuwe walkthrough van deze game. Dit zorgt voor telkens een andere ervaring bij elke nieuwe game waarin je hordes skeletten, demonen en andere gedrochten moet verslaan. De wapens en items die de vijanden laten vallen zijn (meestal) ook willekeurig. Waar het in Diablo allemaal om draait is dan ook de loot (al is de focus hierop groter geworden in latere delen). En dan vooral de hoop dat er een sterk of magisch wapen op de grond valt die je voor jouw class kunt gebruiken waardoor je sterker wordt en dieper in de kerker kan gaan. Doe je dit te snel als je nog een te laag level hebt of slechte gear, dan zul je waarschijnlijk keihard worden afgeslacht door de hordes vijanden die het spel rijk is.
Het uiteindelijke doel is om zo diep in de kerker te gaan, dat je uiteindelijk in de hel terechtkomt waar je de Diablo moet zien te verslaan. Het spel is trouwens ingedeeld in drie moeilijkheidsgraden. De twee hogere moeilijkheidsgraden kun je pas opstarten als je character een hoog genoeg level heeft. Met andere woorden, je bent wel even zoet voor je de stand nightmare en hell kunt kiezen. En dan is er ook nog de two-player mode, dit zorgt voor vele uren spelplezier en een zeer hoge replay value.
Duister en benauwd
Wat ik persoonlijk zo mooi vind aan dit eerste deel van de Diablo-serie, dat je het gevoel krijg dat je écht de onderwereld in gaat en steeds dieper onder de grond gaat en hordes demonisch gespuis afslacht. De muziek zorgt ook zeker voor de spanning. En (net als in het legendarische tweede deel, wat misschien wel de beste is van de reeks) het duistere kleurenpalet wat voor deze game is gebruikt zorgt voor de sfeer van een kwaadaardige kerker. De lighting draagt hier ook een steentje aan bij. Je moet in dit spel echt je weg zien te banen door de duisternis, de halletjes die je doorloopt zijn soms enorm donker, je hebt zelfs items met een lightradius waardoor je meer kunt zien. Dit alles maakt het spel enorm spannend en het geeft de game een benauwde sfeer, vooral met het akelige gekrijs van gemartelde mensen en baby’s op de achtergrond en de bloedvlekken op de muren en vloeren. Persoonlijk vind ik dit ook de ‘spannendste’ en moeilijkste Diablo game uit de franchise. Als je trouwens fan bent van Diablo 2 of 3 en je wilt meer weten over de oorsprong van de Lore, dan is dit ook zeker de aandacht waard. Characters, bazen en sommige plekken keren in de latere delen namelijk terug.
Wat ik ook nooit zal vergeten is mijn eerste ervaring met the Butcher, de eerste baas in de game. Hij zit in een kamertje vol mat afgeslachte mensen, ledematen en bloed. Zodra je de deur opent bestormt de Butcher je en hakt je als een malle neer. Game Over! Dus bij deze een waarschuwing, bereid je hierop voor met potions en ren hard weg!
Loading…
Wat wel vervelend is aan Diablo 1 is dat de ruimte van je inventory erg snel vol is. En omdat je in deze game je riem en je tas vol met health potions en scroll of town portal stopt, moet je telkens heen en weer pendelen naar Tristram. En dit is enorm irritant met de PS1 laadtijden. Om nog maar te zwijgen over het saven wat ongeveer een minuut duurt. Saven doe je dus niet snel, wat in Diablo 1 toch wel belangrijk is omdat je het risico loopt om dood te gaan en daarmee het spel reset naar je laatste savepunt. Strategisch saven is dus belangrijk, zeker in deze PlayStation versie. Gelukkig is de gameplay en het Hack’n Slash gehalte verslavend genoeg om de lange laad- en savetijden door de vingers te zien en door te spelen. Wil je Diablo proberen zonder deze ongemakken met een online multiplayer/LAN mode dan raad ik zeker de PC versie aan, de graphics en framerate zijn in die versie ook beter. Maar wil je dit spel met een vriend(in) op de bank spelen op 1 tv-scherm dan is de PS1 versie een geweldige ervaring. En als je hardcore Diablo fan bent, dan is deze versie natuurlijk ook het spelen waard. De besturing met de controller werkt verrassend goed en heeft verschillende instellingen voor een beginner of een expert van deze game.
Oja en dit mocht natuurlijk niet ontbreken, de legendarische Tristram theme, een van de bekendste muziekstukken uit de gameshistorie.